Paragraaf Verbonden partijen

Algemeen

In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen en risico’s van de gemeente als gevolg van banden met externe rechtspersonen, waarin de gemeente zowel financieel deelneemt als zeggenschap heeft.

Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke én financiële band heeft. Van een bestuurlijke band is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij. Een financieel belang is aan de orde als de gemeente financieel kan worden aangesproken wegens het functioneren van de verbonden partij of wanneer de gemeente geld kan kwijtraken bij een faillissement van een verbonden partij.

Zoals aangegeven bij de spelregels uit de nota Verbonden Partijen geeft de raad voor de meerjarenbegrotingen 2025-2028 in het najaar de richtlijnen mee waaraan deze begrotingen moeten voldoen. De richtlijnen die de gemeente Steenbergen meegeeft maken deel uit van deze paragraaf. Met het vaststellen van de begroting worden ook deze richtlijnen vastgesteld. De richtlijnen bestaan uit algemene richtlijnen, waaraan de verbonden partijen moeten voldoen en uit specifieke richtlijnen die voor de betreffende partij gelden. De algemene richtlijnen zijn hieronder opgenomen. De specifieke richtlijnen, zowel financieel als beleidsmatig, zijn opgenomen bij de betreffende verbonden partij.

Vormen van verbonden partijen zijn:

Verbonden partijen met een privaatrechtelijk karakter

Bij deze verbonden partijen is er sprake van financiële en/of bestuurlijke belangen (zeggenschap) van de gemeente in private rechtspersonen zoals vennootschappen (Naamloze Vennootschap (NV), Besloten Vennootschap (BV)), stichtingen en verenigingen. Gemeenten kunnen ook participeren in instellingen zonder eigen rechtspersoonlijkheid. Deze instellingen vallen onder de rechtspersoonlijkheid van de instelling waar zij deel van uitmaken.

Verbonden partijen met een publiekrechtelijk karakter

Bij deze verbonden partijen gaat het om deelname van de gemeente aan gemeenschappelijke regelingen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De Wgr is in essentie het wettelijk kader voor de -vrijwillige- samenwerking tussen gemeenten en/of provincies voor uitvoering van lokale taken.

Er zijn verschillende varianten voor een gemeenschappelijke regeling. De zwaarste vorm is een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam en heeft de status van een rechtspersoon. De lichtere vormen zijnde een gemeenschappelijk orgaan, de centrumgemeente-variant en de samenwerkingsovereenkomst zijn gemeenschappelijke regelingen zonder eigen rechtspersoonlijkheid en derhalve in formele zin geen verbonden partij.

Nota Verbonden Partijen

De gemeenteraad van Steenbergen heeft op 24 september 2015 de nota Verbonden Partijen - zes kaderstellende spelregels vastgesteld. In deze in regionaal verband opgestelde notitie zijn spelregels opgenomen om een betere beheersbaarheid van de samenwerkingsverbanden en een een vergroting van de invloed van de gemeenteraden te bewerkstelligen.

De zes kaderstellende spelregels voor de Verbonden Partijen betreffen:

  1. Bij het aangaan van een verbonden partij leggen de deelnemers nadrukkelijk vast hoe de informatievoorziening (frequentie, vorm en inhoud) dient te verlopen en welke evaluatiemomenten er zijn.
  2. Er dient een tijdige, juiste en volledige (actieve) informatiestroom op gang te worden gebracht, die het mogelijk maakt verantwoording af te leggen en die de raad in positie brengt om (gevraagde) nieuwe kaders te stellen. Zowel het college, de verbonden partij als de gemeenteraad zelf dienen hierin hun verantwoordelijkheid te nemen.
  3. Gemeenten bundelen de krachten en dragen samen zorg voor integrale aansturing. Zowel ambtelijke als bestuurlijke voorbereiding gebeurt (deels) gezamenlijk met ruimte voor lokale aanvullingen, waarbij één bepaalde gemeente per verbonden partij de leiding neemt.
  4. Jaarlijks in november sturen deelnemers van de verbonden partij richtlijnen aan de verbonden partij waarop de beleidsmatige en financiële kaders gebaseerd dienen te worden. In de kaderbrief geeft de gemeenschappelijke regeling op hoofdlijnen de uitgangspunten voor de begroting aan. Voor NV’s en BV’s gelden uiteraard de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek (BW).
  5. De ontwerpbegroting wordt uiterlijk 15 april door de gemeenschappelijke regeling naar de deelnemers gestuurd. De zienswijzen van de deelnemers dienen uiterlijk 1 juli door de gemeenschappelijke regeling te zijn ontvangen.
  6. Vierjaarlijks is de gemeenschappelijke regeling verplicht om een meerjarenbeleidsplan op te stellen. Het meerjarenbeleidsplan, dat bij aanvang van een nieuwe raadsperiode wordt opgesteld, is samen met de jaarrekening de basis om de resultaten van de gemeenschappelijke regelingen over een periode van vier jaar te evalueren.

Op 1 juli 2020 bood minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het voorstel tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) aan de Tweede Kamer aan. De voorgestelde wijzigingen hebben in hoofdlijn betrekking op:

  1. Het versterken van de positie van gemeenteraden bij besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen;
  2. Aanvullende controle-instrumenten voor gemeenteraden;
  3. Het verbeteren van de positie van gemeenteraden met betrekking tot het functioneren van de regeling.

De wijziging van de wet is op 1 juni 2021 aangenomen door de Tweede Kamer. Op dit moment is het nog niet duidelijk wanneer de wijziging van de Wgr in de Staatscourant wordt gepubliceerd. Het is echter wel van belang dat de actualisering van de nota verbonden partijen zo snel als mogelijk na publicatie wordt doorgevoerd en geïmplementeerd. Het voorstel tot actualisering en implementatie van de nota verbonden partijen zal daarom binnen een jaar na publicatie van de wijziging van de Wgr aan de raden ter vaststelling worden aangeboden. Tot dat moment blijft de actuele nota Verbonden Partijen in werking.

Op 1 juli 2022 is de gewijzigde Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr) in werking getreden. Deze wijzing zorgt voor een sterkere rol van de raad bij de werkzaamheden van een gemeenschappelijke regeling. Omdat er zaken veranderd zijn moeten Gemeenschappelijke Regelingen zoals de GGD en de RWB hun eigen “regeling” aanpassen zodat deze weer up-to-date is met de nieuwe wetgeving. In de decembervergadering zullen deze gewijzigde regelingen voorgelegd worden aan de raden. In mei 2024 nemen de raden het besluit om de regeling al dan niet te wijzigen.

Naast de individuele regelingen hebben we binnen de regio West-Brabant een Nota Verbonden Partijen. In deze nota spreken we eenduidige spelregels af binnen de samenwerking met gemeenschappelijke regelingen. De huidige versie van deze nota dateert uit 2015/2016. Tijdens de vaststelling van deze nota is afgesproken om deze nota na 4 jaar te evalueren. Eind 2020 is de evaluatie opgeleverd, waarna begonnen is aan de tweede stap: het herijken van de nota Verbonden Partijen. Daarbij is ook gekeken naar de nieuwe wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). In december zal aan de raad worden gevraagd of zij nog wensen en bedenkingen heeft op de nieuwe concept Nota Verbonden Partijen.

BBV

Het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is ook van toepassing op de gemeenschappelijke regelingen, voor zover zij een eigen begroting en jaarrekening moeten opstellen.

Artikel 15 van het BBV schrijft over de paragraaf verbonden partijen het volgende voor:

1. De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste:

  • de visie op en de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen
  • de lijst van verbonden partijen, die wordt onderverdeeld in:
    • gemeenschappelijke regelingen;
    • vennootschappen en coöperaties;
    • stichtingen en verenigingen, en,
    • overige verbonden partijen.
  • de lijst van verbonden partijen.

2. In de lijst van verbonden partijen wordt ten minste de volgende informatie opgenomen:

  • de wijze waarop de provincie onderscheidenlijk de gemeente een belang heeft in de verbonden partij en het openbaar belang dat ermee gediend wordt;
  • het belang dat de provincie onderscheidenlijk de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar;
  • de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;
  • de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar;
  • de eventuele risico’s van de verbonden partij voor de financiële positie van de provincie onderscheidenlijk gemeente.

Financiële gegevens

Uitgangspunt is dat financiële gegevens over 2024 worden vermeld. Als deze niet bekend zijn dan worden de laatst bekende financiële gegevens opgenomen.

Lijst verbonden partijen van de gemeente Steenbergen

De verbonden partijen van onze gemeente zijn, conform het BBV, gesplitst in:

Gemeenschappelijke regelingen:

  1. Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (VRMWB)
  2. Gemeenschappelijke regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant (GGD)
  3. Werkvoorzieningschap West-Noord-Brabant (WVS-groep)
  4. Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV)
  5. Gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant (hieronder o.a. Rewin en KCV)
  6. Gemeenschappelijke regeling Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten
  7. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB)
  8. Intergemeentelijke Sociale Dienst Brabantse Wal (ISD BW)
  9. West-Brabants Archief (WBA)

Vennootschappen en coöperaties:

  1. NV Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG)
  2. NV Brabant Water

Stichtingen en verenigingen:

  1. Stichting inkoopbureau West-Brabant

Overige verbonden partijen:

N.v.t.

Algemene financiële richtlijnen begroting 2025 gemeenschappelijke regelingen

  1. We verwachten van het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling dat zij uiterlijk 15 april 2024, maar bij voorkeur vóór 1 april 2024, een structureel sluitende meerjarenbegroting voor komende vier jaar aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de inhoudelijke en financiële uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer.
  2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken opgenomen, behalve als dit eerder door het Algemeen Bestuur is besloten.
  3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen.
  4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente Rijkscirculaire voor zowel de loon- als de prijsindex.
  5. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd.
  6. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen.
  7. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het Algemeen Bestuur.
  8. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit.

Gemeenschappelijke regelingen:

1. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (VRMWB)

Vestigingsplaats

Tilburg

Openbaar belang

Binnen de gemeenschappelijke regeling werken de deelnemende gemeenten samen ten behoeve van de goede behartiging van de zorg voor de veiligheid van en de hulpverlening aan de burgers in hun werkgebied. Dit in het bijzonder bij de voorbereiding op en het bestrijden van ongevallen en rampen. De missie luidt: Samen maken wij onze regio veiliger.

Wij zijn een krachtige en gerespecteerde speler in het veld van fysieke veiligheid. Wij stimuleren dat de samenleving bewust met risico’s om kan gaan. Wij helpen om goede afwegingen te maken door onze expertise actief te delen en treden slagvaardig en vakbekwaam op. Wij zijn betrouwbaar omdat we altijd hulp bieden of een handelingsperspectief geven.”

Betrokkenen

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden en West-Brabant is een gemeenschappelijke regeling van de 24 gemeenten. Dit valt samen met het werkgebied van de politieregio Midden- en West- Brabant.

Bestuurlijk belang

Het algemeen bestuur bestaat uit leden van de deelnemende gemeenten, elk lid heeft één stem in de vergadering. De gemeenteraad wijst hiervoor de burgemeester, een wethouder of een raadslid aan als lid. Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter en zes andere leden. Deze zes leden worden als volgt aangewezen:

  • Twee leden die ook lid zijn van de Bestuurscommissie Geneeskundige Hulpverlening
  • Twee leden die ook lid zijn van de Bestuurscommissie Regionale Brandweer
  • Twee leden die ook lid zijn van het dagelijks bestuur van de Politieregio Midden- en West-Brabant.

Financieel belang

Programma Leefomgeving en Duurzaamheid

Voor het jaar 2024 bedraagt de bijdrage € 1.586.683.

Met ingang van begrotingscyclus 2023 worden de verdeelsleutels jaarlijks geactualiseerd naar de meest recente Cebeonmaatstaven. Voor de beleidsbegroting 2024 is dit op basis van meicirculaire 2022. Voor de gemeente Steenbergen betekend dit een hogere bijdrage.

Risico's

Risicomanagement is een belangrijk instrument voor de Veiligheidsregio. Hierop wordt dan ook veel aandacht aan besteed. Het proces is effectief ingericht, het gehele proces, van de identificatie tot en met evaluatie van beheersmaatregelen, wordt consequent doorlopen. De belangrijkste risico's zijn vastgelegd in een risicomatrix.

De volgende risico’s zijn van belang: beschikbaarheid van voldoende vrijwilligers, Chemiepack, continuïteit en beheerskosten ICT, organisatie doorontwikkeling, tweede loopbaanbeleid, de Omgevingswet en WNRA en Europese deeltijdrichtlijn. De veiligheidsregio heeft geen algemene reserve die kan dienen om de risico's op te vangen.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

Eigen vermogen begin 2024 € 5.276.000, eind 2024 € 4.912.000

Vreemd vermogen begin 2024 € 40.602.000, eind 2024 € 37.692.000

Verwacht resultaat 2024 € -

Beleidsmatige richtlijnen begroting 2025

In het beleidsplan 2023-2027 zijn actiepunten opgenomen, die uiterlijk in 2027 moeten zijn gerealiseerd. In de kaderbrief geeft de Veiligheidsregio aan welke actiepunten in 2025 centraal staan. In de begroting geeft de Veiligheidsregio aan op welke wijze deze actiepunten worden ingevuld. 

In de kaderbrief dient aandacht gegeven te worden aan:

  • Doorontwikkeling na de invoering van de omgevingswet en de wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
  • De ontwikkelingen op het brede gebied van de Energietransitie.
  • De ontwikkelingen van de dynamische en flexibele incident bestrijding.

2. Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Gezondheidsdienst West-Brabant (GGD)

Vestigingsplaats

Breda

Openbaar belang

Zorg te dragen voor minimaal de uitvoering van de wettelijk aan de gemeente opgedragen taak van collectieve preventie en inhoud te geven aan de voor de deelnemende gemeenten noodzakelijke en de door de deelnemende gemeenten gewenste samenwerking op het terrein van de openbare gezondheidszorg en de preventieve gezondheidszorg.

Doel

Het behartigen van de belangen van de gemeenten op het gebied van de publieke gezondheid.

Betrokkenen

De volgende gemeenten nemen deel: Altena, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert.

Bestuurlijk belang

Binnen de GGD worden twee bestuursorganen onderscheiden:

  • Algemeen bestuur: hierin hebben vertegenwoordigers van alle gemeenten zitting, aangevuld met twee vertegenwoordigers namens de GGD.
  • Dagelijks bestuur: vanuit het algemeen bestuur heeft minimaal een viertal personen tevens zitting in het dagelijks bestuur, aangevuld met 2 bestuursleden op basis van deskundigheid.

Financieel belang

Programma Mens en samenleving

De bijdragen per gemeente worden jaarlijks geindexeerd. In de begroting 2024 zijn er een beperkt aantal onderwerpen opgenomen. Het betreft de autonome ontwikkelingen als indexering, het effect van het principe-akkoord van de CAO en de financiële implicaties van de Omgevingswet. De bijdrage van de gemeente Steenbergen in 2024 bedraagt € 586.703 (2023: € 536.833). Het belang van de gemeente Steenbergen in de GGD WB heeft bedraagt 2,47%.

Risico's

Volgens de uitgevoerde risicoanalyse door de GGD bedraagt het beschikbare weerstandsvermogen

€ 2.754.000. De dekkingsratio komt uit op 105%.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

Eigen vermogen begin 2024 € 6.183.000, eind 2024 € 6.106.000
Vreemd vermogen begin 2024 € 10.500.000, eind 2024 € 10.500.000
Resultaat 2024 € -

Aanvullende financiële richtlijn begroting 2025

De GGD heeft aangegeven in het najaar van 2023 te starten met de analyse van de bestemmingsreserves. De uitkomsten hiervan worden vertaald in te hanteren uitgangspunten. Zoals door de GGD is aangegeven, worden deze door het Algemeen Bestuur in 2024 bij de kadernota vastgesteld. In de beleidsbegroting 2024 worden deze verwerkt zodat aanvullend inzicht wordt gegeven in nut en noodzaak van de bestemmingsreserves. Dit dient ook te gebeuren voor de P&C- cyclus 2025. Op deze manier kan ook worden voldaan aan financiële richtlijn 3.

Beleidsmatige richtlijnen begroting 2025

  1. De GGD geeft in de kaders en Beleidsbegroting 2025 duidelijk weer met welke concrete plannen invulling gegeven gaat worden aan de in het beleidsplan 2023-2026 ‘Wij maken samen gezond gewoon’ opgenomen 4 ambities en laten ze hun 3 gezonde geluiden horen.
  2. Met behulp van prestatie-indicatoren brengt de GGD de resultaten in beeld die zij bereikt op de diverse door haar uit te voeren taken. De GGD heeft aangegeven in de tweede helft van 2023 te starten met het formuleren van indicatoren, samen met een afvaardiging van de gemeenten. Gezien de gemaakte afspraak dient de GGD de indicatoren op te nemen in de begroting 2024 en dienen deze ook terugkomen (evt. met uitbreiding) in de Beleidsbegroting 2025.
  3. In het kader van GALA gaat de GGD aan de slag met het versterken van de (regionale) kennis- en adviesfunctie. Daarnaast gaat ze aan de slag met de coördinatie. De concretisering van de coördinerende rol van de GGD wordt later uitgewerkt, waarbij gekeken wordt welke regionale thema’s worden opgepakt. Ook de precieze rol inzake de ketenaanpakken (vanuit IZA) wordt hierin uitgewerkt.
  4. De GGD heeft binnen het basispakket haar diensten in het kader van de Omgevingswet in 2024 uitgebreid. De algemene bijdrage is met € 0,13 per inwoner verhoogd. In de begroting geeft de GGD aan wat zij gemeenten in 2025 binnen het basispakket biedt aan advisering in het kader van de Omgevingswet, waarbij het uitgangspunt is dat binnen het basispakket zo veel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de vraag van gemeenten. De genoemde aantallen en termijnen dienen indicatief te zijn zodat voor (harde) afspraken eerst ervaring opgedaan wordt in de eerste jaren van de Omgevingswet.

3. Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap West-Brabant (WVS-groep)

Vestigingsplaats

Roosendaal

Openbaar belang

Verzorgt voor de 9 deelnemende gemeenten de sociale werkvoorziening in West-Brabant.

Doel

De WVS-groep heeft als missie dat zij als maatschappelijke organisatie mensen kansen biedt om zichzelf door middel van arbeid te ontwikkelen met als doel het vinden van regulier werk of werk in een (meer) beschutte omgeving. De WVS-groep voert haar missie uit in aansluiting op het gemeentelijke beleid van de in de gemeenschappelijke regeling betrokken gemeenten om de sociale werkvoorziening regionaal aan te pakken.

De gemeente Steenbergen participeert dus om invulling te geven aan zijn wettelijke verplichting op een wijze die tevens leidt tot de realisatie van efficiencywinst.

Betrokkenen

In de gemeenschappelijke regeling nemen de volgende gemeenten deel: Bergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert.

Bestuurlijk belang

De negen gemeenten uit het werkgebied West Noord-Brabant hebben één afgevaardigde in het Algemeen Bestuur, plus een secretaris. Daarnaast is sprake van een Dagelijks Bestuur waarin vertegenwoordigers uit drie gemeenten worden gekozen, aangevuld met een secretaris en een adviseur.

Financieel belang

Programma Economie, Toerisme en Recreatie

Met ingang van 1 januari 2008 ontvangt de gemeente het decentraal budget Wet Sociale Werkvoorziening. In principe wordt aan het werkvoorzieningsschap een bijdrage betaald voor een minimumaantal te plaatsen Standaard Eenheden WSW werknemers. Indien dit aantal en de vergoeding per SE niet afwijkt van de door het rijk vastgestelde aantallen en bedragen zal er geen manco ontstaan tussen het ontvangen budget en de door de gemeente te betalen bijdragen. Aansluitend op de missie van de WVS-groep, verstrekt de gemeente een financiële bijdrage per SW-medewerker uit de gemeente Steenbergen.

Over 2024 bedraagt de gemeentelijke bijdrage € 425.395.

Risico's

Als risico's worden beschouwd alle redelijke voorzienbare risico's die niet in de begroting zijn verwerkt en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de omvang van de exploitatie, het exploitatieresultaat en het eigen vermogen van WVS.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

Eigen vermogen begin 2024 € 3.850.000, eind 2024 € 3.600.000
Vreemd vermogen begin 2024 € 19.945.000, eind 2024 € 19.487.000
Resultaat 2024 - € 9.246.000

Aanvullende financiële richtlijnen begroting 2025

  1. De op WVS betrekking hebbende ramingen en effecten van de ketensamenwerking worden herkenbaar in een afzonderlijke paragraaf in de begroting 2025 opgenomen. WVS zorgt er voor dat haar begroting op dit punt aansluit bij de begrotingen van het Werkplein Hart van West-Brabant en de ISD Brabantse Wal.
  2. De in de financiële richtlijn 3 bedoelde reserves betreffen uitsluitend de bestemmingsreserves.

Beleidsmatige richtlijnen begroting 2025

  1. WVS houdt inzichtelijk welke activiteiten en risico’s verbonden zijn aan de afbouw van het huidige SW-bestand in combinatie met de opdrachtportefeuille en stelt maatregelen voor om nadelige financiële gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken.
  2. WVS besteedt in de begroting aandacht aan de visie en ambitie rondom de doorontwikkeling van het sociaal ontwikkelbedrijf. Daarbij verwachten we dat de gemaakte keuzes rond de verschillende leerroutes vertaald worden in concrete doelstellingen en acties die bijdragen aan het realiseren van de ketensamenwerking.
  3. De begroting 2025 van WVS is opgesteld in lijn met de ambities en doelstellingen van de integrale ketensamenwerking met het Werkplein Hart van West-Brabant en de ISD Brabantse Wal. De ketenpartners dienen hun activiteiten en inspanningen in samenhang te bezien, waarbij het resultaat van de organisaties tezamen optimaal dient te zijn.

4. Gemeenschappelijke regeling Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV)

Vestigingsplaats

Tilburg

Openbaar belang/doel

Het openbaar lichaam heeft tot doel het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg.

Betrokkenen

De Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord is een gemeenschappelijk regeling van de gemeenten in het werkgebied Midden en West-Brabant (24 gemeenten) en van de gemeenten in het werkgebied Brabant-Noord (17 gemeenten).

Bestuurlijk belang

Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter. Het Algemeen Bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger per deelnemende gemeente. Het Dagelijks Bestuur, bestaande uit de voorzitter en maximaal 5 leden, worden uit en door het Algemeen Bestuur aangewezen. De voorzitter wordt aangewezen uit het midden van het Algemeen Bestuur en is zowel voorzitter van het Algemeen Bestuur als het Dagelijks Bestuur.

Financieel belang

Programma Mens & Samenleving

In de regeling is niet opgenomen hoe de door de deelnemende gemeenten te betalen bijdrage wordt bepaald, maar geschiedt op basis van een bedrag per inwoner. De zorgverzekeraars betalen de RAV. De RAV ontvangt geen gemeentelijke financiële bijdrage.

Risico's

Het weerstandsvermogen is voldoende om de in de beleidsbegroting genoemde risico’s op te vangen.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

Eigen vermogen begin 2024 € 14.369.000, eind 2024 € 14.369.000.
Vreemd vermogen begin 2024 € 26.153.000, eind 2024 € 31.053.000.
Resultaat 2024 € -.

Aanvullende financiële richtlijnen begroting 2025

De financiële richtlijnen wijken bij RAV af van de algemene regionale voorbereide financiële richtlijnen. Dit heeft met de specifieke wijze van financieren van de RAV te maken.

Beleidsmatige richtlijnen begroting 2025

  1. De RAV waarborgt onder de Wet ambulancezorgvoorzieningen de kwaliteit en continuïteit van de ambulancezorg in heel haar werkgebied. De ambulancezorg dient blijvend te worden uitgevoerd zonder gemeentelijke financiële bijdragen.
  2. Het Landelijk Kwaliteitskader Ambulancezorg 1.0 bevat 26 indicatoren waarmee daadwerkelijk het niveau van de geleverde zorg wordt gemeten. Tijdigheid in het spoedvervoer is er hier één van. De indicatoren zijn onderverdeeld in zeven segmenten: Bereikbare en beschikbare zorg, Patiënt centraal, Veilige zorg, Professionaliteit, Samenwerken, Continue verbeteren en Basis op orde. De RAV informeert de gemeenten hoe zij voldoet aan het landelijke kwaliteitskader.
  3. In 2025 is naar verwachting de nieuwe urgentie-indeling ambulancezorg ingevoerd. De nieuwe indeling kent zeven in plaats van drie urgentieniveaus. De RAV verwerkt de nieuwe urgentie-indeling in haar begroting waarbij inzage in de responstijden op A1 en A2 ritten behouden blijft. Uitgangspunt dient te zijn dat in het hele werkgebied de responstijd voor A1 ritten niet meer dan 5% wordt overschreden (melding-aankomst meer dan 15 minuten).
  4. In haar begroting geeft de RAV aan wat de landelijke Beleidsagenda Toekomstbestendige Acute Zorg van VWS betekent voor de ambulancezorg in haar werkgebied. De beleidsagenda kent drie kernpunten: Kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg, Zorgcoördinatie en Samenwerking in de regio.

5. Gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant (RWB)

Vestigingsplaats

Etten-Leur

Openbaar belang

Intergemeentelijke samenwerking om te komen tot een strategische agenda en een strategische visie.

Doel

Door samenwerking bij bovengemeentelijke beleidsmatige en strategische vraagstukken een bijdrage te leveren aan het realiseren van gemeentelijke en regionale doelstellingen. Daarnaast zijn de volgende samenwerkingsverbanden in deze nieuwe gemeenschappelijke regeling ondergebracht: KCV (Kleinschalig Collectief Vervoer), Regiobureau Breda, Milieu & Afval Regio Breda, GGA (GebiedsGerichteAanpak) en het Loopbaancentrum West-Brabant. Daarnaast is hierin ook de NV Rewin opgenomen.

Betrokkenen

De deelnemende gemeenten (16 stuks) zijn: Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert.

Bestuurlijk belang

Het algemeen bestuur wordt gevormd door de 16 gemeenten. Het college van iedere deelnemende gemeente wijst één lid en één plaatsvervangend lid aan. De leden van de West-Brabantse Vergadering (het AB) hebben elk een stem van gelijk gewicht. Besluiten met betrekking tot de begroting en de jaarrekening worden genomen met tenminste 10 stemmen voor, welke stemmen tenminste de helft van het aantal inwoners van het gebied plus 1 vertegenwoordigen.

Financieel belang

Programma Bestuur & Dienstverlening

Programma Mens & Samenleving

Programma Economie, Toerisme en Recreatie

De gemeentelijke bijdrage is voor wat het algemene deel betreft gebaseerd op het inwoneraantal op 1 januari van het jaar, voorafgaand aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Naast de algemene bijdrage is de bijdrage afhankelijk van de activiteiten waaraan wordt deelgenomen.

Voor het jaar 2024 bedraagt de bijdrage € 642.207.

Risico's

De grootste risico's bij KCV betreffen het faillissement van de huidige vervoerder en een capaciteitstekort. Het grootste risico op het onderdeel regioarcheologie is uitval van personeel. Het grootste risico op het mobiliteitscentrum heeft betrekking op Flex-West Brabant. Voor een aantal specifieke onderdelen zijn er met instemming van het algemeen bestuur reserves gevormd.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

Eigen vermogen begin 2024 € 713.000, eind 2024 € 692.000.
Vreemd vermogen begin 2024 € 1.422.000, eind 2024 €1.422.000.
Resultaat 2024 € -

Aanvullende financiële richtlijn begroting 2025

Bij de uitvoeringsgerichte taak Kleinschalig Collectief Vervoer geldt voor de vervoersprijs per eenheid een aanpassing aan de hand van de branchegerichte NEA-index. Verder worden de vervoerslasten begroot aan de hand van het geprognosticeerde gebruik van de vervoersvoorziening. Doorbelasting van kosten aan gemeenten en provincie vindt plaats op basis van realisatie.

Beleidsmatige richtlijnen begroting 2025

In de begroting 2025 wordt in heldere taal aangegeven:

  1. Welke doelen uit het actieprogramma 2024 – 2028 in 2025 worden gerealiseerd en welke doelen in de periode 2026-2028 worden beoogd;
  2. Wat de financiële en personele inzet van de RWB hierbij is en welke aanvullende middelen (capaciteit en financiën) van de gemeenten worden gevraagd;
  3. Of, en zo ja op welke wijze er voor de uitvoering van de actieagenda samenwerking nodig is met de Stedelijke Regio’s en Rewin en hoe deze samenwerking wordt vormgegeven;
  4. Op welke wijze de verbinding met onderwijs en bedrijfsleven wordt gelegd bij de uitvoering van het actieprogramma;
  5. Dat extra capaciteit in 2025 niet zomaar gewenst is tenzij er een deugdelijk voorstel komt met de stedelijke regio’s over de transitie van taken, geld, capaciteit;
  6. In het geval er nieuwe capaciteit en financiën nodig zijn dat dit via een begrotingswijziging gaat.

6. Gemeenschappelijke regeling Programma voorkoming schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten

Vestigingsplaats

Breda

Openbaar belang/doel

De gemeenschappelijke regeling is aangegaan met als doel het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 en de Regionale Meld en Coördinatiefunctie. De gemeente Steenbergen mandateert alleen de bevoegdheid op het gebied van uitvoeringsniveau 1 (toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 en de registratie van voortijdig schoolverlaters) aan het gemeenschappelijk orgaan.

Betrokkenen

De gemeenten in de regio West-Brabant bestaande uit de gemeenten Altena, Alphen-Chaam, Baarle Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert.

Bestuurlijk belang

Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit de aangewezen leden van het college van Burgemeester en Wethouders van alle deelnemende gemeenten en wijzen uit hun midden een voorzitter, alsmede plaatsvervanger, aan.

Financieel belang

Programma Mens & Samenleving

De gemeente draagt naar rato van het aantal inwoners van 5 tot 23 jaar (per 1 januari van het voorgaande begrotingsjaar) bij in de zowel de personeelskosten als de uitvoeringskosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de taken van het Programma.

Voor het jaar 2024 bedraagt de bijdrage € 15.435.

Riscio's

Het volgende risico is geïdentificeerd: uittreding van één van de deelnemende gemeenten. Dit kan financiële gevolgen hebben voor de begroting. Gelet op de grote verschillen in financiële deelname van de verschillende gemeenten is het kwamtificeren van dit risico niet zinvol.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

Eigen vermogen begin 2024 € -, eind 2024 € -.
Vreemd vermogen begin 2024 € -, eind 2024 € -.
Resultaat 2024 € -

Beleidsmatige richtlijnen begroting 2025

Er zijn geen beleidsmatige richtlijnen voor het RBL omdat Steenbergen, samen met de gemeenten Bergen op Zoom, Roosendaal, Woensdrecht en Halderberge, de beleidstaken uitvoert op het niveau van vijf West-Brabant West gemeenten (netwerksamenwerking WBW) en ze niet van het RBL afneemt. Deze netwerkgemeenten zijn de zgn. “Niveau 1 gemeenten”, die slechts de leerlingenadministratie van het RBL afnemen.

De vijf gemeenten hebben hun beleidsvoornemens rond de aanpak van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten in het LMC Uitvoeringsplan West-Brabant West 2021-2025 verwoord. Dit document is op aanvraag verkrijgbaar.

7. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB)

Vestigingsplaats

Tilburg

Openbaar belang

Op 1 juni 2013 is de Omgevingsdienst MWB (OMWB) gestart, als één van de 29 Omgevingsdiensten in Nederland. De OMWB is een gemeenschappelijke regeling, opgericht door 27 gemeenten en de provincie Noord-Brabant. Deze participeren in de Gemeenschappelijke Regeling. De gemeenten en provincie zijn zowel eigenaar als opdrachtgever van de OMWB. De gemeenschappelijke regeling OMWB kent een Algemeen en een Dagelijks Bestuur. Het bestuur vergadert 4 à 5 keer per jaar. Het bestuur stelt de inhoudelijke en financiële kaders voor de organisatie vast. De omgevingsdienst is belast met de uitvoering van het verplichte Landelijke Basispakket, het vervullen van een adviserende taak op het terrein van de vergunningverlening, toezicht en handhaving, alsmede een coördinerende en afstemmende taak tussen deelnemers.

Doel

In het Besluit Omgevingsrecht van 1 juli 2017 (BOR) is bepaald dat de Omgevingsdienst in opdracht van de 28 bevoegde gezagen een adequate uitvoering geeft aan de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving voor milieu- en andere omgevingsrecht taken. De taken van de dienst zijn in het BOR vastgelegd, het zogenoemde wettelijke basistakenpakket (BTP). Naast de wettelijke basistaken die aan de dienst zijn opgedragen hebben de bevoegde gezagen de vrijheid om verzoektaken met betrekking tot milieu en ook andere beleidsvelden op te dragen aan de dienst. Bijvoorbeeld ten aanzien van ruimtelijke ordening en bouw. In 2019 is de verhouding tussen wettelijke basistaken en verzoektaken ongeveer 80% - 20%.

Betrokkenen

Betrokkenen zijn de provincie Noord-Brabant alsmede de gemeenten Altena, Alphen-Chaam, Baarle Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Halderberge, Heusden, Hilvarenbeek, Etten-Leur,
Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Woensdrecht en Zundert.

Bestuurlijk belang

De colleges van B en W en Gedeputeerde Staten zijn deelnemers in de gemeenschappelijke regeling. Gezamenlijk vormen zij het Algemeen Bestuur, waarin iedere deelnemer met één wethouder/burgemeester en gedeputeerde deelneemt. Het AB heeft de rol van eigenaar en is verantwoordelijk voor de continuïteit, de kwaliteit en het financieel beheer van de OMWB. Kernachtig gezegd: het AB heeft een kaderstellende en toezichthoudende rol. Het AB stelt de begroting en de jaarrekening vast. Voor de jaarlijkse begroting geldt een zogenoemde zienswijze procedure, waarbij de gemeenten en provincie in de gelegenheid zijn een inhoudelijke reactie in te brengen op de begroting. Uit het AB wordt een DB benoemd. De DB leden maken deel uit van het AB. De vergaderingen van het AB worden door het DB voorbereid. Het DB neemt ook bestuursbesluiten die geen besluitvorming in het AB behoeven, dit conform hetgeen is bepaald in de Gemeenschappelijke Regeling.

Op 15 december 2017 heeft het AB een besluit genomen over een duurzame financiering van de OMWB.

De grondslag daarvoor is de zogenoemde MWB norm. Deze norm heeft betrekking op de uitvoering van de wettelijke basistaken van de dienst. In de wettelijke basistaken kan onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds inrichtinggebonden taken en anderzijds de niet inrichtinggebonden taken (resp. categorieën 1-7 en 8-11 van het Besluit Omgevingsrecht van 1 juli 2017). De ruggengraat van de MWB norm wordt gevormd door het Inrichtingen Bestand en het door het AB vastgestelde ambitieniveau voor de niet inrichtinggebonden taken. Jaarlijks stelt het AB de tarieven voor de declarabele uren vast. De norm voor declarabiliteit is thans gemiddeld 1350 declarabele uren per medewerker in het primair proces. Dit is het uitgangspunt voor de begroting.De OMWB heeft een risicoreserve. Deze reserve is gebaseerd op de jaarlijks door het AB -via de begroting- vast te stellen risico analyse.

Financieel belang

Programma Leefomgeving & Duurzaamheid

De gemeente draagt op basis van vastgelegde tarieven en/of productprijzen per geleverde prestaties/ inzet. Een eventueel negatief resultaat kan naar rato van ieders afname (=omzet) ten laste van de deelnemers worden gebracht. We zijn in het verleden geconfronteerd met negatieve resultaten. Met de uitvoering van het plan "Huis op Orde" en het uitvoeren van bezuinigingen wordt getracht te komen tot een adequate bedrijfsvoering. Dit biedt echter geen garantie dat er niet opnieuw sprake kan zijn van incidentele dan wel structurele prijsverhogingen of incidentele/structurele verhogingen van onze bijdrage aan de OMWB. De bijdrage 2024 is geraamd op € 624.218.

Risico's

Het Algemeen Bestuur heeft besloten een model vast te stellen dat erop neerkomt dat 5% van het (begrotings-/jaarrekening-) totaal van de exploitatierekening wordt aangehouden als weerstandsvermogen. De belangrijkste risico's zijn de volgende: inhuur versus vast personeel, transitie mens en systeem, problematiek arbeidsmarkt, COVID-19, invoering omgevingswet en kosteneffectiviteit.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

Eigen vermogen begin 2024 € 3.163.000, eind 2024 € 3.148.000.
Vreemd vermogen begin 2024 € 1.981.000, eind 2024 € 1.055.000.
Resultaat 2024 €-

Beleidsmatige richtlijnen begroting 2025

  1. De basis voor het uitvoeren van de wettelijke basistaken door de Omgevingsdienst vormt het inrichtingenbestand. Dit is onder meer de basis van het werkprogramma en de financiering van de dienst. Onze omgeving verandert voortdurend en dit vraagt het nodige voor het actueel houden van dit bestand. Met de komst van de omgevingswet moet dit bestand worden getransformeerd naar een bestand van Milieu Belastende Activiteiten (MBA). Wij verwachten dat de OMWB beschikt over een hoogwaardig, adequaat en up-to-date inrichtingenbestand dat wordt getransformeerd nar een MBA bestand en dat de dienst zich in staat stelt snel te reageren op veranderingen. Wij vragen de dienst om voor de transformatie en met name het up-to-date houden van gegevens in het MBA bestand beleidsmatige maatregelen te treffen en dit tot uitdrukking te laten komen in de begroting 2025.
  2. Overeengekomen is de aangepaste versie van de MWB-norm te herzien nadat de gevolgen van de inwerkingtreding Omgevingswet duidelijk zijn en er een nieuw GUK is vastgesteld. Wij vragen de OMWB om in 2025 samen met de deelnemers de MWB norm te herzien en te komen tot en nieuwe financieringsopzet van de dienst. Hou hierbij rekening met het herziene GUK en aan te sluiten de uitkomst van Interbestuurlijke programma Versterking VTH-stelsel en baseert het op een kwalitatief hoogwaardig en actueel MBA-bestand.
  3. Er is sprake van krapte op de arbeidsmarkt wat we vooral terugzien in specialistische functies en dit raakt ook de OMWB. Dit vraagt om het maken van keuzes waarop de beschikbare capaciteit wordt ingezet. We vragen de OMWB om transparant en tijdig, maar uiterlijk in 2025 een duidelijk afwegingskader op te stellen voor die gevallen waarin keuzes gemaakt moeten worden (bijvoorbeeld ten aanzien van inzetten op basistaken of verzoektaken en waarbij het uitgangspunt dient te zijn het voldoen en de wettelijke (basis)- taken. Daarbij zijn maatwerk, risico-gestuurd werken en vertrouwen belangrijke pijlers.
  4. Kijk kritisch naar bestaande werkzaamheden en evalueer deze tijdig. Hanteer bij het opstellen van de begroting het principe nieuwe werkzaamheden voor oud. We vragen de omgevingsdienst hierbij de focus te leggen op het programma collectieve taken (P3). Het beschikbare bedrag op basis van de overeengekomen verdeelsleutel hoort daarbij niet het uitgangspunt te zijn maar nut en noodzaak van de in programma 3 opgenomen taken en werkzaamheden.
  5. De resultaten en uitgangspunten van het kwaliteitsmanagementsysteem en de doorontwikkeling van datamanagement en -beheer worden transparant verwerkt in de (meerjaren)begroting. De resultaten worden onder andere vertaald in de begroting door het opnemen van prestatie-indicatoren voor de (primaire) processen.

8. Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijk Sociale Dienst Brabantse Wal (ISD BW)

Vestigingsplaats

Bergen op Zoom

Doel

De gemeenschappelijke regeling heeft tot doel de regionale uitvoering van de regelingen op het gebied van bijstandsverlening, werkgelegenheid en inkomensvoorzieningen.

Betrokkenen

Deelnemers in de gemeenschappelijke regeling zijn de gemeenten Bergen op Zoom, Steenbergen en Woensdrecht.

Bestuurlijk belang

Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit de door de deelnemende colleges van burgemeester en wethouders aangewezen wethouder van de deelnemende gemeente. Zij benoemen uit hun midden een voorzitter. Besluiten van het gemeenschappelijk orgaan worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen. De leden uit de gemeenten Woensdrecht en Steenbergen hebben beide één stem, het lid van de gemeente Bergen op Zoom heeft 2 stemmen.

Financieel belang

Programma Economie, Toerisme & Recreatie

De bijdrage aan de regeling is gebaseerd op de verdeelsleutel "klantenaantal".

Voor het jaar 2024 bedraagt de bijdrage € 1.613.022.

Risico's

Risico’s bevinden zich in de formatie van medewerkers en de automatisering van systemen.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

De GR heeft geen eigen en vreemd vermogen.

Financiële richtlijnen begroting 2025

  1. De GGD heeft aangegeven in het najaar van 2023 te starten met de analyse van de bestemmingsreserves. De uitkomsten hiervan worden vertaald in te hanteren uitgangspunten. Zoals door de GGD is aangegeven, worden deze door het Algemeen Bestuur in 2024 bij de kadernota vastgesteld. In de beleidsbegroting 2024 worden deze verwerkt zodat aanvullend inzicht wordt gegeven in nut en noodzaak van de bestemmingsreserves. Dit dient ook te gebeuren voor de P&C- cyclus 2025. Op deze manier kan ook worden voldaan aan financiële richtlijn 3.

Beleidsmatige richtlijnen begroting 2025

  1. De GGD geeft in de kaders en Beleidsbegroting 2025 duidelijk weer met welke concrete plannen invulling gegeven gaat worden aan de in het beleidsplan 2023-2026 ‘Wij maken samen gezond gewoon’ opgenomen 4 ambities en laten ze hun 3 gezonde geluiden horen.
  2. Met behulp van prestatie-indicatoren brengt de GGD de resultaten in beeld die zij bereikt op de diverse door haar uit te voeren taken. De GGD heeft aangegeven in de tweede helft van 2023 te starten met het formuleren van indicatoren, samen met een afvaardiging van de gemeenten. Gezien de gemaakte afspraak dient de GGD de indicatoren op te nemen in de begroting 2024 en dienen deze ook terugkomen (evt. met uitbreiding) in de Beleidsbegroting 2025.
  3. In het kader van GALA gaat de GGD aan de slag met het versterken van de (regionale) kennis- en adviesfunctie. Daarnaast gaat ze aan de slag met de coördinatie. De concretisering van de coördinerende rol van de GGD wordt later uitgewerkt, waarbij gekeken wordt welke regionale thema’s worden opgepakt. Ook de precieze rol inzake de ketenaanpakken (vanuit IZA) wordt hierin uitgewerkt.
  4. De GGD heeft binnen het basispakket haar diensten in het kader van de Omgevingswet in 2024 uitgebreid. De algemene bijdrage is met € 0,13 per inwoner verhoogd. In de begroting geeft de GGD aan wat zij gemeenten in 2025 binnen het basispakket biedt aan advisering in het kader van de Omgevingswet, waarbij het uitgangspunt is dat binnen het basispakket zo veel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de vraag van gemeenten. De genoemde aantallen en termijnen dienen indicatief te zijn zodat voor (harde) afspraken eerst ervaring opgedaan wordt in de eerste jaren van de Omgevingswet.

9. Gemeenschappelijke regeling West-Brabants Archief (WBA)

Vestigingsplaats

Bergen op Zoom

Doel

Het WBA draagt bij aan een efficiënte en effectieve borging van digitale informatie voor de bedrijfsvoering, verantwoording en controleerbaarheid nu en voor erfgoed in de toekomst. Het WBA faciliteert de gemeenten in het maken van een omslag naar digitale archivering en informatievoorziening.

Betrokkenen

In de gemeenschappelijke regeling nemen de volgende gemeenten deel: Bergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert.

Bestuurlijk belang

Het algemeen bestuur wordt gevormd door de deelnemende gemeenten. Het college van iedere deelnemende gemeente wijst één lid en één plaatvervangend lid aan. Deze worden benoemd voor een periode gelijk aan de zittingsduur van het college. Het algemeen bestuur vergadert minimaal 2 maal per jaar.

Financieel belang

Programma Bestuur & Dienstverlening

De bijdrage aan de regeling is gebaseerd op de verdeelsleutel "aantal strekkende meters archief" zoals die in de archiefbewaarplaats opgenomen dienen te zijn.

Voor het jaar 2024 bedraagt de bijdrage € 236.183.

Risico's

De belangrijkste risico's betreffen: ziekte personeel waarbij de kosten van vervanging voor rekening van de organisatie komen, loonstijgingen die niet voorzien zijn, e-depot voor zover de hoogte van de kosten niet goed is in te schatten, onzekerheid baten en privacy / datalekken die tot boetes kunnen leiden. Onder weerstandsvermogen wordt verstaan de algemene reserve bestemd voor het afdekken van mogelijke financiële tegenvallers.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

Eigen vermogen begin 2024 € 154.810, eind 2024 € 154.810.
Vreemd vermogen begin 2024 € 69.362, eind 2024 € 57.053.
Resultaat 2024 €-

Beleidsmatige richtlijnen begroting 2025

  1. Het WBA hanteert vastgestelde normen met betrekking tot de service en dienstverlening richting de deelnemende gemeenten. Indien deze normen niet aanwezig zijn dienen deze te worden opgesteld en nageleefd. Belangrijk aandachtspunt daarbij is dat het WBA tijdige ondersteuning levert bij vragen over de uitvoering van aanbevelingen genoemd in het rapport Archiefinspectie, overbrenging van fysieke en digitale archieven en bij de invoering van nieuwe wetgeving die ons vakgebied raakt.
  2. Het WBA hanteert de vereisten uit de Archiefwet wat betreft de koppeling naar het e-depot, zonder (nice-to-have) aanvullingen.
  3. De dienstverlening rondom het e-depot dient te worden verbeterd zodat inwoners hier toegang tot krijgen.
  4. Evaluaties met betrekking tot financiën en het functioneren van het WBA dient door een externe, onafhankelijke partij te worden uitgevoerd. Om dit te kunnen bekostigen dient het WBA geld te reserveren op de begroting.
  5. Om de kwaliteit te verbeteren van uit te voeren projecten dient het WBA de kosten en de uitvoeringstermijn over een langere periode uit te spreiden.

Vennootschappen en coöperaties:

1. BNG Bank N.V. (BNG)

Vestigingsplaats

Den Haag

Doel

De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Toelichting: het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlaging aan dit instituut zeer beperkt is. BNG bank bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Door de combinatie van beide elementen heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan decentrale overheden en aan instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen.

Betrokkenen

Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).

Bestuurlijk belang

De gemeente Steenbergen heeft geen zetel in het bestuur van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemvergadering van aandeelhouders.

Financieel belang

Programma Bestuur & Dienstverlening

De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De gemeente Steenbergen bezit 11.583 aandelen van € 2,50 per aandeel (0,02% van het totale aantal van 55.690.720 aandelen).

Risico's

De bank beschikt over een uitgebreid risicomodel, waarmee alle risico's goed in beeld zijn en binnen de (wettelijke) normen blijven. Ook de beheersmaatregelen zijn op orde.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

De laatst bekende gegevens zijn:
Eigen vermogen begin 2024 € 5.062 miljoen, eind 2024 € 4.615 miljoen
Vreemd vermogen begin 2024 € 143.995 miljoen, eind 2024 € 107.459 miljoen
Verwacht resultaat 2024 nog niet bekend.

2. NV Brabant Water

Brabant Water is in januari 2002 tot stand gekomen door een fusie van Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant (WOB) en Waterleiding Maatschappij Noord-West-Brabant (WNWB).

Vestigingsplaats

Den Bosch

Doel

Het primaire doel is het verzorgen van een betrouwbare en zuivere watervoorziening voor iedereen in het werkgebied van Brabant Water.

Betrokkenen

De aandelen van Brabant Water zijn nagenoeg geheel in handen van de Brabantse gemeenten en de provincie Noord-Brabant.

Bestuurlijk belang

Door middel van het bezit van aandelen Brabant Water heeft de gemeente Steenbergen stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. In het geval van de gemeente Steenbergen bedraagt de stemverhouding in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op basis van het aantal aandelen in bezit: 33.826 / 2.779.595 = 1,2%.

Financieel belang

Programma Bestuur en Dienstverlening

De gemeente Steenbergen loopt een financieel risico, maximaal voor wat betreft het vermogensbeslag wat in de nominale waarde van de verkregen aandelen zit. De aandelen in eigendom zijn gewaardeerd tegen een bedrag van € 104.369 (nominale waarde na fusie).

Risico's

Brabant Water heeft een aantal strategische risico's (bijv. verontreiniging van de drinkwaterbron), operationele risico's (bijv. betrouwbaarheid van de waterleidingen), financiële verslaggevingsrisico's en compliance risico's benoemd. Voor alle risico's zijn beheersmaatregelen getroffen. Het weerstandsvermogen is ruim voldoende.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

De laatst bekende gegevens zijn:
Eigen vermogen begin 2024 € 684 miljoen, eind 2024 € 690 miljoen.
Vreemd vermogen begin 2024 € 534 miljoen, eind 2024 € 575 miljoen
Resultaat 2024 niet bekend.

Stichtingen en verenigingen:

1. Stichting Inkoopbureau West-Brabant (SIW)

Vestigingsplaats

Etten-Leur

Openbaar belang

Het creëren van voordelen op zowel financieel, kwalitatief en procesmatig gebied op het terrein van inkoop en aanbestedingen voor de zelfstandige gemeenten en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevordelijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord

Doel

Het professionaliseren van de inkoopfunctie bij de deelnemers.

Missie: het in de ruimste zin van het woord ontzorgen van de deelnemers op het gebied van inkoop.

Visie: het toonaangevende instituut te zijn, om in elke inkoop gerelateerde behoefte van onze deelnemers te voorzien, met professionele en integere medewerkers.

Betrokkenen

Op dit moment 24 deelnemers, waarvan het merendeel gemeenten uit Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland.

Bestuurlijk belang

Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle deelnemers. Vanuit het algemeen bestuur wordt een dagelijks bestuur gekozen

Financieel belang

Programma Bestuur & Dienstverlening

De deelnemers worden afgerekend op basis van de uitgevoerde inkooptrajecten .Het tarief hier voor stijgt met 8%.

Risico's

Het minimaal benodigde weerstadsvermogen komt uit op € 455.886. Vanwege het geprognotiseerde negatieve resultaat in 2023 wordt naar verwachting de aanwezige bestemmingsreserves en een deel van de algemene reserve benut. De resterende algemene reserve is mogelijk niet voldoende om het berekende weerstandsvermogen voor 2024 te dekken.

Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat

De laatst bekende gegevens zijn:
Eigen vermogen: begin 2024 € 279.690, eind 2023 € 493.007.
Vreemd vermogen: begin 2024 € 333.645, eind 2023 € 332.404.
Resultaat 2024 nog niet bekend.